Nieuwe antibioticumregels

Op 1 januari 2013 is de wet omtrent anbitioticumgebruik bij huisdieren veranderd. Dierenartsen hebben een jaar de tijd gekregen om deze aanpassingen door te voeren in hun praktijk en werkwijzen. Per 1 januari 2014 is de overheid begonnen met het controleren van dierenartspraktijken op het naleven van de wetswijzigingen. 

De wijzigingen in de wet hebben logischerwijs ook gevolgen voor het behandelen van uw huisdieren en de bijbehorende kosten, hieronder leest u wat u zult gaan merken van de wijzigingen:

  • Er mag géén antibioticum meer worden voorgeschreven of worden meegegeven zonder dat wij de patiënt gezien hebben én een diagnose hebben gesteld die het gebruik van antibioticum rechtvaardigt. 
    Dit betekent dus dat als uw huisdier een probleem heeft, u eerst met het dier moet langskomen. Dit geldt ook als het probleem in het verleden al meerdere malen gediagnosticeerd en succesvol behandeld is met antibioticum. Uiteraard is ieder bezoek, ongeacht of het probleem al vaker heeft gespeeld, een nieuw consult en zijn hier dus ook iedere keer kosten aan verbonden.
  • Als er een probleem wordt vastgesteld waarbij antibioticumgebruik gerechtvaardigd is, mogen wij niet meer standaard een breed-spectrum antibioticum voorschrijven. U zult dan een eerste keuze antibioticum meekrijgen wat specifiek is bedoeld voor de bacteriën die vaak een rol spelen bij het vastgestelde probleem.
  • Wanneer het eerste keuze antibioticum onvoldoende effect heeft, mogen wij niet zomaar meer op de gok een ander antibioticum proberen. In dat geval zal er eerst een bacteriologisch onderzoek moeten worden uitgevoerd waarbij wordt gekeken welke bacterie het probleem veroorzaakt en voor welke antibiotica deze bacterie gevoelig is. Pas op basis van dit onderzoek mogen wij dan een ander antibioticum voorschrijven. Aan zo'n onderzoek zijn vanzelfsprekend extra kosten verbonden.
  • In sommige gevallen zal er standaard eerst een bacteriologisch onderzoek moeten worden uitgevoerd. Dit geldt bijvoorbeeld bij huidontstekingen, omdat we weten dat er erg veel resistentie voorkomt bij huidproblemen waardoor het in alle gevallen nodig is eerst vast te stellen welk antibioticum werkt. Een ander voorbeeld zijn blaasontstekingen bij katten, omdat we weten dat bij deze dieren er in slechts 2% van de gevallen een bacterieel probleem meespeelt.
  • Bepaalde antibiotica mogen we niet meer gebruiken. Een van de middelen die we niet meer mogen gebruiken is het middel Convenia. Dit middel werd vaak bij katten die lastig te pillen waren gegeven omdat een injectie 14 dagen werkt. 
    Dit betekent dus dat deze twee-weken prik niet meer wordt toegepast en dat dus ook lastig te pillen katten voortaan dagelijks pillen of siroop mee zullen krijgen als zij antibiotica nodig hebben.